Vandaag is het zover. Eindelijk…Ze gaan voor het eerst naar school. De vakantieperiode is voorbij en ze mogen eindelijk gaan instromen. Dapper, nerveus en licht gespannen lopen ze voorbij. Schooltas op de rug, een paar losse blaadjes om aantekeningen te maken, maar nog geen pen. “You have pen?” vraagt de oudste met een trillende stem. Dus krijgen ze alle drie een pen van mij.
Nog snel een boterham en lunchpakketje en dan is het zover. De taxi die ze naar school brengt, is gearriveerd. Giechelend lopen ze mijn bureau voorbij. Op naar school.
Drie dames van 12, 14 en 16 jaar. Zussen die net zoveel op elkaar lijken als dat ze verschillend zijn. Vandaag is het zover, ze gaan voor het eerst in hun leven naar school. Iets wat ze in Afghanistan wel wilden, maar niet mochten. En nu is het zover, hun droom komt uit.
Ik ben niet hun moeder, ik heb ze niet zien opgroeien. Sterker nog, ik ken ze net een maandje of twee. Maar wat voel ik me blij en ben trots op die 3 meiden. Eindelijk mogen ze naar school, eindelijk mogen ze gaan leren, eindelijk mogen ze legaal kennis op doen. Iets wat, voor mij, de normaalste zaak van de wereld is. Voor deze 3 zussen dus helemaal niet normaal.
Einde schooltijd
Aan het eind van de dag komen alle schoolkinderen weer terug op de opvang, dus ook deze drie dames.
Ze stralen, alle drie! Ze zijn naar school geweest. Ze hebben kennis gemaakt met andere kinderen, met de leraren, met de lesstoffen, met…, met…, en met nog zoveel meer. In het Afghaans proberen ze mij alles te vertellen. Toch jammer, dat ik dat nou niet spreek, maar eigenlijk hoef ik het niet te spreken. Die blije gezichten, die stralende ogen en de waterval aan woorden. Ik versta ze niet, maar ik begrijp ze wel.
Eindelijk zijn ze naar school geweest, een droom die uit is gekomen.
En ik? Ik voel me dankbaar dat ik dit heb mogen zien.
De drie dames van 12, 14 en 16 jaar, de drie zussen. Die komen er wel, die gaan morgen weer een dag naar school.